De halve Havelaar 310
Scenario: Peter van Gucht
Tekeningen: Luc Morjaeu
Decors: Peter Quirijnen
Inkten: Eric de Rop
Inkleuring: Sabine de Meyer
Plaats: België en Indonesië Tijd: nu en 1858
Uitvindingen: Teletijdmachine (prof Barabas)
Eerste druk: 6 oktober 2010
Tekeningen: Luc Morjaeu
Decors: Peter Quirijnen
Inkten: Eric de Rop
Inkleuring: Sabine de Meyer
Plaats: België en Indonesië Tijd: nu en 1858
Uitvindingen: Teletijdmachine (prof Barabas)
Eerste druk: 6 oktober 2010
Samenvatting
Wiske gaat op zoek naar fotomateriaal voor haar spreekbeurt over koffie en komt zo in het koloniale verleden van Nederlands-indië terecht. Daar ontmoet ze Eduard Douwes Dekker die op dat moment logeert op de plantage van zijn broer Jan. Zijn plannen om een boek te schrijven over de onderdrukking van de bevolking valt niet in goede aarde bij de heersende klasse in de kolonie. Een geheime organisatie -onder leiding van een zekere Ravana- die voor deze klasse opereert, tracht hem hiervan te weerhouden. Dekker stuurt het manuscript naar zijn vriend Droogstoppel met de opdracht het naar Nederland te brengen. Deze besluit dit echter te verkopen aan Ravana. Ondertussen wordt er een aanslag gepleegd op Eduard en besluit deze zelf naar Nederland te vluchten. Hij vraagt aan Suske en Wiske om zijn manuscript terug te halen. Maar Ravana krijgt hulp van een zekere Sjaalman en vanaf dan gaat alles grondig fout...!
Bijzonderheden
Een album over de schrijver Multatuli en zijn bekendste boek Max Havelaar dat uitgeroepen werd tot het grootste literaire meesterwerk aller tijden. Het was tijd om Suske en Wiske daar eens in te laten meespelen.
Dit is het derde album met de wetstrijd "win levenslang".
Wiske draagt haar haar net zoals in de blauwe reeks.
Op de cover staat geen Lambik terwijl dat op de schets wel was.
In strook 32 staat een fout, er staat er en het moet en zijn.
Droogstoppel is gebasseerd op Leo Beyers, die hetzelfde personage in de film speelde (zie foto onder).
Dit is het derde album met de wetstrijd "win levenslang".
Wiske draagt haar haar net zoals in de blauwe reeks.
Op de cover staat geen Lambik terwijl dat op de schets wel was.
In strook 32 staat een fout, er staat er en het moet en zijn.
Droogstoppel is gebasseerd op Leo Beyers, die hetzelfde personage in de film speelde (zie foto onder).
Cover
Aankondiging
Trailer
De halve Havelaar in andere talen
De halve Havelaar is ook in andere talen uitgegeven:
Schetsen
Schets cover:
Nog een schets van de cover:
Schetsen Sjaalman:
Schetsen Droogstoppel:
Reactie Peter van Gucht
In mijn jonge jaren had ik het boek al eens moeten lezen voor school. Het zou natuurlijk ook aan mijn puberale instelling gelegen kunnen hebben maar ik vond het het nogal saai. (Sorry Multatuli) Alleen de fictiestukken vond ik mooi. Saïdjah en Adinda, de parabel van de Japanse steenhouwer… om er maar een paar te noemen. Ook de setting en de sfeer van het boek spraken me aan. Het waren vooral de meer verklarende delen die me wat droog overkwamen. Toch is het me allemaal weer voor de geest gekomen toen ik een mooi onderwerp zocht voor een nieuw album. Alles klopte bij de keuze van dit onderwerp. Een exotisch decor, interessante problematiek, prachtige personages met bijzonder leuke namen. Zeker voor die tijd erg ludiek. Droogstoppel, Sjaalman… Het werkte enorm inspirerend.
De boodschap van het boek heb ik ook overgenomen omdat deze problematiek nog steeds relevant en hedendaags is -jammer genoeg. De rijken zuigen de armen nog steeds ter meerdere glorie van zichzelf uit en vooral dan in diezelfde ‘derde wereld’.
Het is een minder mooie periode uit de Nederlandse geschiedenis. Eentje waar ze zich na al die tijd wel eens voor willen schamen maar ik maak me sterk dat het aanvaarden van je fouten alleen maar een beter mens van je kunnen maken.
Het is ook een leerzaam boek zonder uitleggerig te worden. Tussen de aktie en de humor door leer je de situatie in Nederlands-Indië kennen, weet je wie Multatuli was en hoe het boek is ontstaan. De rest is uiteraard fantasie. Het mixen van realistische en verzonnen feiten is een beproefde werkwijze in het scheppingsproces van een SusenWis-album.
Het is ook een erg mooi boek geworden van een tekenstudio die zijn ritme gevonden heeft. Aan een hels tempo werken we aan verscheidene boeken tegelijk. Maar geen haar op ons hoofd dat er aan denkt de kwaliteit hier onder te laten lijden. Getuige dit album 310! Ik kan het u enkel maar aanbevelen…
De boodschap van het boek heb ik ook overgenomen omdat deze problematiek nog steeds relevant en hedendaags is -jammer genoeg. De rijken zuigen de armen nog steeds ter meerdere glorie van zichzelf uit en vooral dan in diezelfde ‘derde wereld’.
Het is een minder mooie periode uit de Nederlandse geschiedenis. Eentje waar ze zich na al die tijd wel eens voor willen schamen maar ik maak me sterk dat het aanvaarden van je fouten alleen maar een beter mens van je kunnen maken.
Het is ook een leerzaam boek zonder uitleggerig te worden. Tussen de aktie en de humor door leer je de situatie in Nederlands-Indië kennen, weet je wie Multatuli was en hoe het boek is ontstaan. De rest is uiteraard fantasie. Het mixen van realistische en verzonnen feiten is een beproefde werkwijze in het scheppingsproces van een SusenWis-album.
Het is ook een erg mooi boek geworden van een tekenstudio die zijn ritme gevonden heeft. Aan een hels tempo werken we aan verscheidene boeken tegelijk. Maar geen haar op ons hoofd dat er aan denkt de kwaliteit hier onder te laten lijden. Getuige dit album 310! Ik kan het u enkel maar aanbevelen…
De halve Havelaar in de Vlaamse boekentop 100
Week
4 tot 10 oktober 2010 11 tot 17 oktober 2010 18 tot 24 oktober 2010 1 tot 7 november 2010 8 tot 14 november 2010 15 tot 21 november 2010 22 tot 28 november 2010 29 november tot 5 december 2010 6 tot 12 december 2010 13 tot 19 december 2010 20 tot 26 december 2010 27 december 2010 tot 2 januari 2011 3 tot 9 januari 2011 10 tot 16 januari 2011 17 tot 23 januari 2011 24 tot 30 januari 2011 31 januari tot 6 februari 2011 - 14 tot 20 februari 2011 - 21 tot 27 maart 2011 28 maart tot 3 april 2011 Striptop 20 2010 |
Notering (tussen haakjes in de striptop)
4 (3) 4 (2) 6 (3) 8 (4) 13 (7) 16 (7) 17 (7) 24 (8) 40 (10) 57 (18) 72 (18) 54 (18) 37 (14) 32 (13) 54 (13) 75 (17) 75 (17) - 96 (16) - 100 (19) 76 (11) 16 |
Krantenbericht De Volkskrant
Collum NRC: Havelaar bij Suske en Wiske
Havelaar bij Suske en Wiske Zondag 27 juni 2010 door Marita Mathijsen
Een vriend uit België had voor mij een strip uit De Standaard geknipt. De nieuwste serie van Suske en Wiske blijkt De halve Havelaar te heten en ‘het hele verhaal’ te vertellen ‘over de redding van een meesterwerk’. Behalve de bekende Lambik en zijn companen treden ook Droogstoppel, Sjaalman, Ravana en Mokka op. Ravana is de veelkoppige en veelarmige demonenvorst uit de Hindoestaanse traditie die het kwaad belichaamt. Op de introductieprent van De halve Havelaar verplettert Ravana met een van zijn armen het hoofd van Mokka, die getekend is als prototype van de Indische inlander. Op de achtergrond is het koloniale paleis van Buitenzorg te herkennen en de Borobudur tempel. Er zijn pas twee tekeningen verschenen, dus ik kan nog niet raden waar dit heen gaat, maar wat hier gebeurt is natuurlijk wel fascinerend. Hebben we dit al eerder gezien, dat een roman van 150 jaar geleden verwerkt wordt in een stripverhaal? Natuurlijk heeft Dick Matena prachtige bewerkingen van De avonden en Kort Amerikaans als strip gemaakt, maar dat ligt toch weer net iets anders. De Suske en Wiske-adaptatie bewijst voor mij dat Max Havelaar voldoet aan de regels van een literair meesterwerk. Om dat duidelijk te maken ga ik naar Darwin.
Darwin stelt dat goed aan de natuurlijke omgeving aangepaste individuen binnen een soort meer kans hebben om te overleven en zich voort te planten dan hun zwakkere soortgenoten. Natuurlijke selectie werd een kernbegrip. Het is verleidelijk om Darwins theorie ook op de kunst te leggen, en dan speciaal op de literatuur. Hoe komt het dat Othello van Shakespeare en Don Quichot van Cervantes de eeuwen overleefd hebben, en andere teksten niet? Waarom zijn de toneelstukken van Euripides uit de Griekse klassieke tijd nog steeds ontroerend?
Zou er in de literatuur ook een soort principe zijn van de ‘survival of the fittest’ en wat zouden dan de kenmerken zijn van literatuur die generaties overleeft? Is er ook sprake van evolutie: veranderen de boeken door de eeuwen heen? Kan men een nieuwe adaptatie van een Shakespeare-stuk zien als een nieuwe variatie van de soort? De vragen beantwoorden zichzelf als we kijken naar historische literatuur die nog steeds actueel is. Dat zijn werken die steeds herdrukt worden door de eeuwen heen, die actueel zijn doordat er steeds naar verwezen wordt en die geregeld omgezet worden naar een ander medium, zoals de film. Romeo and Juliet van Shakespeare, Faust van Goethe, Nôtre Dame de Paris van Victor Hugo, daarvan zijn zelfs kinderboeken gemaakt, er wordt uit geciteerd, de personages zijn prototypisch geworden. Een literair meesterwerk overleeft doordat het zich aanpast aan de tijd en de omgeving, en doordat het sterke genen meegekregen heeft voor ‘the struggle for life’.
Er is nog iets wat typisch is voor een meesterwerk of voor de schrijver daarvan. Er is een herinneringscultuur omheen. Er zijn straten naar genoemd, er worden herdenkingen bij het zoveeljarig bestaan gehouden. Dat geldt dubbel en dwars voor Max Havelaar. Er zijn tientallen Multatuli- of Max Havelaarstraten. In Amsterdam is er een rondvaartboot en een hotel naar genoemd. Dit jaar, waarin Max Havelaar 150 jaar oud geworden is, waren er tentoonstellingen, er is een hertaling uitgekomen, de voormalige Amsterdamse burgemeester heeft een luisterboek ingesproken, juristen en literatoren wijdden eendrachtig een bundel aan het proces over de eigendomsrechten, in Vlaanderen is in een marathonvoorstelling de hele Max Havelaar voorgelezen. Een meesterwerk dus in Nederland en Vlaanderen, want het overleeft en het verdraagt allerlei mediawisselingen.
Maar geldt deze status ook voor andere landen? Verdraagt het de overplaatsing naar andere streken? Past het zich aan zoals de apen in Artis, die nauwelijks voortplantingsproblemen hebben in het koudere klimaat, terwijl andere soorten slechts moeizaam overleven, met hoge opstookkosten van hun kooien en met kunst- en vliegwerkvoortplanting?
Ik was dit jaar voor het eerst van mijn leven in Indonesië. Acht dagen heb ik daar in verbazing rondgelopen, althans, rondgekeken, want lopen ging nauwelijks door de hitte en het extreem drukke verkeer. Over Max Havelaar heb ik drie lezingen gegeven, aan universiteiten en voor het Erasmushuis, het Nederlands cultureel centrum in Jakarta, dat zijn veertigjarig bestaan vierde met een Max Havelaar-dag, alles perfect georganiseerd door medewerkers van het Erasmushuis en van de ambassade. Overleeft Max Havelaar in het moderne Indonesië?
Slechts op heel beperkte schaal, moest ik constateren. Academische jongeren hebben het boek niet gelezen en kennen Multatuli’s naam nauwelijks. Pas in 1972 verscheen de eerste vertaling. Net als in Nederland kenden de studenten in Jakarta alleen Saidjah en Adinda.
Het Erasmushuis had voor ons een excursie georganiseerd naar Rankas Bitung, de hoofdplaats van het district Lebak, waar Multatuli net twee maanden lang assistent-resident was. In Rangkas Bitung lijkt het leven in anderhalve eeuw nauwelijks veranderd te zijn. Langs de oevers van de rivier lagen sloppen waar de mensen leven zonder de minste infrastructuur. We zagen een vrouw naar de rivier afdalen met onder haar ene arm vuilnis, dat ze in de rivier gooide, en onder de andere een kom rijst, die ze begon te wassen. Er waren wel een paar herinneringen aan Multatuli. Een nieuw districtsgebouw draagt zijn naam en er is een Multatulistraat. Over een gedenkteken wordt al enige jaren onderhandeld. Maar of de naam van Multatuli ook echt iets betekent voor de bewoners van die straat, betwijfel ik. De Indonesische bewoner van een koloniaal huis vond onze aandacht in elk geval niet prettig. Het meest bizarre is, dat Rangkas Bitung een gehucht van niets is, minder dan Grubbenvorst. Het is haast onvoorstelbaar dat Multatuli vanuit die vlek de boel in Nederland aan het schudden heeft gebracht.
In Yogyakarta werd ik na de lezing geconfronteerd met iets wat ik wel verwachtte en waar ik me ook op voorbereid had: Multatuli vertegenwoordigt het koloniale standpunt. Ik had in mijn lezing de nadruk erop gelegd dat hij mededogen had met de inlanders, als een van de eersten, en dat hij misbruik aan de orde stelde. Bovendien wees ik erop dat hij de eerste inheemse nationalisten van Indië inspireerde. Dat mededogen met de inlanders, was de kritiek, kwam toch eigenlijk van een zich verheven voelende, patriarchale ‘white man’. Hij blijft boven de inheemse bevolking staan. Ik heb geprobeerd uit te leggen dat je zijn standpunt wel in de negentiende eeuw moet plaatsen, toen er nog geen algemeen besef was dat het kolonialisme verwerpelijk is. ‘Don’t ask for a cell phone in the nineteenth century,’ was mijn verweer. Maar geheel ongelijk kan ik de critici niet geven. Natuurlijk stelde Multatuli zich als beschermer op, en daarmee alleen al nam hij een overheersersstandpunt in. De boeken van Edward Saïd over het oriëntalisme hebben wat dat betreft wel nederigheid over ons gebracht. Ik realiseerde me achteraf pas, dat het helemaal niet zo mooi is als ik erop wijs dat Multatuli invloed uitgeoefend heeft op de eerste inlandse nationalisten. Zo neem ik hen ook nog de oorsprong van hun eigen onafhankelijkheidsstrijd af.
In Nederland blijkt Multatuli de genen te hebben die tot ‘survival’ bijdragen. Maar in het hedendaags Indonesië hoort hij bij de krokodillen in Artis: die overleven slechts bij uiterst uitgebalanceerde zorg.
http://www.nrcboeken.nl/column/havelaar-bij-suske-en-wiske
Een vriend uit België had voor mij een strip uit De Standaard geknipt. De nieuwste serie van Suske en Wiske blijkt De halve Havelaar te heten en ‘het hele verhaal’ te vertellen ‘over de redding van een meesterwerk’. Behalve de bekende Lambik en zijn companen treden ook Droogstoppel, Sjaalman, Ravana en Mokka op. Ravana is de veelkoppige en veelarmige demonenvorst uit de Hindoestaanse traditie die het kwaad belichaamt. Op de introductieprent van De halve Havelaar verplettert Ravana met een van zijn armen het hoofd van Mokka, die getekend is als prototype van de Indische inlander. Op de achtergrond is het koloniale paleis van Buitenzorg te herkennen en de Borobudur tempel. Er zijn pas twee tekeningen verschenen, dus ik kan nog niet raden waar dit heen gaat, maar wat hier gebeurt is natuurlijk wel fascinerend. Hebben we dit al eerder gezien, dat een roman van 150 jaar geleden verwerkt wordt in een stripverhaal? Natuurlijk heeft Dick Matena prachtige bewerkingen van De avonden en Kort Amerikaans als strip gemaakt, maar dat ligt toch weer net iets anders. De Suske en Wiske-adaptatie bewijst voor mij dat Max Havelaar voldoet aan de regels van een literair meesterwerk. Om dat duidelijk te maken ga ik naar Darwin.
Darwin stelt dat goed aan de natuurlijke omgeving aangepaste individuen binnen een soort meer kans hebben om te overleven en zich voort te planten dan hun zwakkere soortgenoten. Natuurlijke selectie werd een kernbegrip. Het is verleidelijk om Darwins theorie ook op de kunst te leggen, en dan speciaal op de literatuur. Hoe komt het dat Othello van Shakespeare en Don Quichot van Cervantes de eeuwen overleefd hebben, en andere teksten niet? Waarom zijn de toneelstukken van Euripides uit de Griekse klassieke tijd nog steeds ontroerend?
Zou er in de literatuur ook een soort principe zijn van de ‘survival of the fittest’ en wat zouden dan de kenmerken zijn van literatuur die generaties overleeft? Is er ook sprake van evolutie: veranderen de boeken door de eeuwen heen? Kan men een nieuwe adaptatie van een Shakespeare-stuk zien als een nieuwe variatie van de soort? De vragen beantwoorden zichzelf als we kijken naar historische literatuur die nog steeds actueel is. Dat zijn werken die steeds herdrukt worden door de eeuwen heen, die actueel zijn doordat er steeds naar verwezen wordt en die geregeld omgezet worden naar een ander medium, zoals de film. Romeo and Juliet van Shakespeare, Faust van Goethe, Nôtre Dame de Paris van Victor Hugo, daarvan zijn zelfs kinderboeken gemaakt, er wordt uit geciteerd, de personages zijn prototypisch geworden. Een literair meesterwerk overleeft doordat het zich aanpast aan de tijd en de omgeving, en doordat het sterke genen meegekregen heeft voor ‘the struggle for life’.
Er is nog iets wat typisch is voor een meesterwerk of voor de schrijver daarvan. Er is een herinneringscultuur omheen. Er zijn straten naar genoemd, er worden herdenkingen bij het zoveeljarig bestaan gehouden. Dat geldt dubbel en dwars voor Max Havelaar. Er zijn tientallen Multatuli- of Max Havelaarstraten. In Amsterdam is er een rondvaartboot en een hotel naar genoemd. Dit jaar, waarin Max Havelaar 150 jaar oud geworden is, waren er tentoonstellingen, er is een hertaling uitgekomen, de voormalige Amsterdamse burgemeester heeft een luisterboek ingesproken, juristen en literatoren wijdden eendrachtig een bundel aan het proces over de eigendomsrechten, in Vlaanderen is in een marathonvoorstelling de hele Max Havelaar voorgelezen. Een meesterwerk dus in Nederland en Vlaanderen, want het overleeft en het verdraagt allerlei mediawisselingen.
Maar geldt deze status ook voor andere landen? Verdraagt het de overplaatsing naar andere streken? Past het zich aan zoals de apen in Artis, die nauwelijks voortplantingsproblemen hebben in het koudere klimaat, terwijl andere soorten slechts moeizaam overleven, met hoge opstookkosten van hun kooien en met kunst- en vliegwerkvoortplanting?
Ik was dit jaar voor het eerst van mijn leven in Indonesië. Acht dagen heb ik daar in verbazing rondgelopen, althans, rondgekeken, want lopen ging nauwelijks door de hitte en het extreem drukke verkeer. Over Max Havelaar heb ik drie lezingen gegeven, aan universiteiten en voor het Erasmushuis, het Nederlands cultureel centrum in Jakarta, dat zijn veertigjarig bestaan vierde met een Max Havelaar-dag, alles perfect georganiseerd door medewerkers van het Erasmushuis en van de ambassade. Overleeft Max Havelaar in het moderne Indonesië?
Slechts op heel beperkte schaal, moest ik constateren. Academische jongeren hebben het boek niet gelezen en kennen Multatuli’s naam nauwelijks. Pas in 1972 verscheen de eerste vertaling. Net als in Nederland kenden de studenten in Jakarta alleen Saidjah en Adinda.
Het Erasmushuis had voor ons een excursie georganiseerd naar Rankas Bitung, de hoofdplaats van het district Lebak, waar Multatuli net twee maanden lang assistent-resident was. In Rangkas Bitung lijkt het leven in anderhalve eeuw nauwelijks veranderd te zijn. Langs de oevers van de rivier lagen sloppen waar de mensen leven zonder de minste infrastructuur. We zagen een vrouw naar de rivier afdalen met onder haar ene arm vuilnis, dat ze in de rivier gooide, en onder de andere een kom rijst, die ze begon te wassen. Er waren wel een paar herinneringen aan Multatuli. Een nieuw districtsgebouw draagt zijn naam en er is een Multatulistraat. Over een gedenkteken wordt al enige jaren onderhandeld. Maar of de naam van Multatuli ook echt iets betekent voor de bewoners van die straat, betwijfel ik. De Indonesische bewoner van een koloniaal huis vond onze aandacht in elk geval niet prettig. Het meest bizarre is, dat Rangkas Bitung een gehucht van niets is, minder dan Grubbenvorst. Het is haast onvoorstelbaar dat Multatuli vanuit die vlek de boel in Nederland aan het schudden heeft gebracht.
In Yogyakarta werd ik na de lezing geconfronteerd met iets wat ik wel verwachtte en waar ik me ook op voorbereid had: Multatuli vertegenwoordigt het koloniale standpunt. Ik had in mijn lezing de nadruk erop gelegd dat hij mededogen had met de inlanders, als een van de eersten, en dat hij misbruik aan de orde stelde. Bovendien wees ik erop dat hij de eerste inheemse nationalisten van Indië inspireerde. Dat mededogen met de inlanders, was de kritiek, kwam toch eigenlijk van een zich verheven voelende, patriarchale ‘white man’. Hij blijft boven de inheemse bevolking staan. Ik heb geprobeerd uit te leggen dat je zijn standpunt wel in de negentiende eeuw moet plaatsen, toen er nog geen algemeen besef was dat het kolonialisme verwerpelijk is. ‘Don’t ask for a cell phone in the nineteenth century,’ was mijn verweer. Maar geheel ongelijk kan ik de critici niet geven. Natuurlijk stelde Multatuli zich als beschermer op, en daarmee alleen al nam hij een overheersersstandpunt in. De boeken van Edward Saïd over het oriëntalisme hebben wat dat betreft wel nederigheid over ons gebracht. Ik realiseerde me achteraf pas, dat het helemaal niet zo mooi is als ik erop wijs dat Multatuli invloed uitgeoefend heeft op de eerste inlandse nationalisten. Zo neem ik hen ook nog de oorsprong van hun eigen onafhankelijkheidsstrijd af.
In Nederland blijkt Multatuli de genen te hebben die tot ‘survival’ bijdragen. Maar in het hedendaags Indonesië hoort hij bij de krokodillen in Artis: die overleven slechts bij uiterst uitgebalanceerde zorg.
http://www.nrcboeken.nl/column/havelaar-bij-suske-en-wiske
Resensie B-gevaar
‘Het moet gezegd, De halve Havelaar is de beste Sus & Wis in jaren. Hoewel in het verleden al vaak de viering van een historische gebeurtenis ge/misbruikt werd om als kapstok voor de plot te fungeren, heeft het hierin pas een echte meerwaarde. Beginnend met het originele uitgangspunt van Wiskes spreekbeurt. We zappen voortdurend tussen heden en verleden met de spreekster die haar luisteraars -op één na- in de ban houdt en die de geschiedenis zeer levendig voorstelt. Je hebt welhaast medelijden met Wiske omdat wij weten dat het echt gebeurd is, terwijl de lerares haar vol ongeloof afstraft. Zelfs het sluitende bewijs mag niet baten. Goed gestructureerd, gezwind verteld en dynamisch getekend met warme kleuren om alles te vervolledigen. Bravo!’
http://www.pug.be/
http://www.pug.be/
Artikel in Het Parool: Suske en Wiske op avontuur met Max Havelaar
In het nieuwste album reizen Suske en Wiske met de teletijdmachine naar koloniaal Nederlands-Indië waar ze schrijver Eduard Douwes Dekker (Multatuli) helpen met het redden van het manuscript van Max Havelaar.
Suske en Wiske en de Halve Havelaar is maandagmiddag gepresenteerd bij de Bijzondere Collecties van de UvA. In het 310ste album reist het bekende stripduo af naar Nederlands-Indië om foto’s te maken voor een spreekbeurt over koffie. Al snel helpen ze schrijver Eduard Douwes Dekker met het redden van het manuscript van Max Havelaar. Snoodaards willen de publicatie van het boek tegenhouden omdat Dekker daarin de onderdrukking en uitbuiting van de inheemse bevolking aan de kaak stelt.
Het is 150 jaar geleden dat de eerste druk uitkwam van Max Havelaar of de koffijveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij. Dat vond de Vlaamse scenarist Peter van Gucht een mooie aanleiding voor een Suske en Wiske-album: ‘We zoeken vaak naar onderwerpen die de Nederlanders nauw aan het hart liggen. Suske en Wiske zijn hier namelijk populairder dan in Vlaanderen,’ vertelt Van Gucht. Eerder waren er al albums over Rembrandt en Van Gogh. ‘Max Havelaar gaat over een interessante periode, dus we hebben gekeken wat we daarmee konden doen op zijn Suskes en Wiskes. Als ik een verhaal voor de reeks maak, wil ik daar altijd iets visueel aantrekkelijks in stoppen en voormalig Nederlands-Indië is natuurlijk een erg mooi decor. Daarbij lopen er interessante figuren in het boek rond. Al hebben we die wel wat aangepast. Van Sjaalman hebben we bijvoorbeeld een slechterik gemaakt. Het verhaal is grotendeels uit de lucht gegrepen.’ Verder haalde de scenarist inspiratie uit de verfilming van Fons Rademakers uit 1976 en boeken over het onderwerp.
65 jaar Suske en Wiske
‘Ik zie het Suske en Wiske-album als een soort inleiding op Max Havelaar en Multatuli. We willen duidelijk maken wie die man was en waar het boek voor staat,’ zegt Van Gucht. ‘We hebben geprobeerd de politieke situatie uit het boek in het verhaal te verwerken, maar wel summier natuurlijk, het overgrote deel draait om het avontuur. Spanning is het belangrijkste in een Sus & Wis, humor komt op de tweede plaats. Dat blijkt altijd uit de enquêtes die we onder de lezers houden.’
Het is deze combinatie die deels verantwoordelijk is voor het feit dat Suske en Wiske dit jaar alweer 65 jaar meegaan, meent van Gucht die sinds 2005 hoofdscenarist is van het schrijversteam. Luc Morjeau is de hoofdtekenaar. ‘De verhalen moeten altijd de sfeer houden die geestelijk vader Willy Vandersteen en later ook Paul Geerts hebben neergezet. Vandersteen keek ook altijd naar wat er onder kinderen populair was op dat moment. Toen dat de film- en televisiereeks Planet of the apes was, maakte hij het album De Apekermis.’
Vandersteen liet in zijn testament bepaalde richtlijnen vastleggen voor toekomstige verhalen. Zo mogen Sidonia en Lambik nooit met elkaar trouwen. ‘Dat testament heb ik niet gelezen, maar men heeft me wel verteld dat het bestaat. Ik heb altijd de oude verhalen van Vandersteen als uitgangspunt genomen. Dan weet je wat je wel en niet kunt doen. We leven nu in een andere tijd dan Vandersteen, dus hier en daar zijn we wel eens stout. In het verhaal dat we nu maken worden Sidonia en Lambik verliefd op elkaar. Ze gaan echt kussen!’ zegt Van Gucht lachend. ‘Wie goed tussen de regels door leest ziet dat deze twee immers al jaren om elkaar heen draaien.’
Dit artikel verscheen maandag 4 oktober in Het Parool.
http://www.michaelminneboo.nl/2010/10/suske-en-wiske-op-avontuur-met-max-havelaar/
Suske en Wiske en de Halve Havelaar is maandagmiddag gepresenteerd bij de Bijzondere Collecties van de UvA. In het 310ste album reist het bekende stripduo af naar Nederlands-Indië om foto’s te maken voor een spreekbeurt over koffie. Al snel helpen ze schrijver Eduard Douwes Dekker met het redden van het manuscript van Max Havelaar. Snoodaards willen de publicatie van het boek tegenhouden omdat Dekker daarin de onderdrukking en uitbuiting van de inheemse bevolking aan de kaak stelt.
Het is 150 jaar geleden dat de eerste druk uitkwam van Max Havelaar of de koffijveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij. Dat vond de Vlaamse scenarist Peter van Gucht een mooie aanleiding voor een Suske en Wiske-album: ‘We zoeken vaak naar onderwerpen die de Nederlanders nauw aan het hart liggen. Suske en Wiske zijn hier namelijk populairder dan in Vlaanderen,’ vertelt Van Gucht. Eerder waren er al albums over Rembrandt en Van Gogh. ‘Max Havelaar gaat over een interessante periode, dus we hebben gekeken wat we daarmee konden doen op zijn Suskes en Wiskes. Als ik een verhaal voor de reeks maak, wil ik daar altijd iets visueel aantrekkelijks in stoppen en voormalig Nederlands-Indië is natuurlijk een erg mooi decor. Daarbij lopen er interessante figuren in het boek rond. Al hebben we die wel wat aangepast. Van Sjaalman hebben we bijvoorbeeld een slechterik gemaakt. Het verhaal is grotendeels uit de lucht gegrepen.’ Verder haalde de scenarist inspiratie uit de verfilming van Fons Rademakers uit 1976 en boeken over het onderwerp.
65 jaar Suske en Wiske
‘Ik zie het Suske en Wiske-album als een soort inleiding op Max Havelaar en Multatuli. We willen duidelijk maken wie die man was en waar het boek voor staat,’ zegt Van Gucht. ‘We hebben geprobeerd de politieke situatie uit het boek in het verhaal te verwerken, maar wel summier natuurlijk, het overgrote deel draait om het avontuur. Spanning is het belangrijkste in een Sus & Wis, humor komt op de tweede plaats. Dat blijkt altijd uit de enquêtes die we onder de lezers houden.’
Het is deze combinatie die deels verantwoordelijk is voor het feit dat Suske en Wiske dit jaar alweer 65 jaar meegaan, meent van Gucht die sinds 2005 hoofdscenarist is van het schrijversteam. Luc Morjeau is de hoofdtekenaar. ‘De verhalen moeten altijd de sfeer houden die geestelijk vader Willy Vandersteen en later ook Paul Geerts hebben neergezet. Vandersteen keek ook altijd naar wat er onder kinderen populair was op dat moment. Toen dat de film- en televisiereeks Planet of the apes was, maakte hij het album De Apekermis.’
Vandersteen liet in zijn testament bepaalde richtlijnen vastleggen voor toekomstige verhalen. Zo mogen Sidonia en Lambik nooit met elkaar trouwen. ‘Dat testament heb ik niet gelezen, maar men heeft me wel verteld dat het bestaat. Ik heb altijd de oude verhalen van Vandersteen als uitgangspunt genomen. Dan weet je wat je wel en niet kunt doen. We leven nu in een andere tijd dan Vandersteen, dus hier en daar zijn we wel eens stout. In het verhaal dat we nu maken worden Sidonia en Lambik verliefd op elkaar. Ze gaan echt kussen!’ zegt Van Gucht lachend. ‘Wie goed tussen de regels door leest ziet dat deze twee immers al jaren om elkaar heen draaien.’
Dit artikel verscheen maandag 4 oktober in Het Parool.
http://www.michaelminneboo.nl/2010/10/suske-en-wiske-op-avontuur-met-max-havelaar/